Resultaten onderzoek – Hypospadie – Gevolgen
Hypospadie is een veelvoorkomende aangeboren afwijking, die bij 1 op de 250 jongens voorkomt. Per jaar worden er in Nederland ongeveer 400 jongens met hypospadie geboren. Bij hypospadie is de plasbuis verkeerd aangelegd, waardoor deze niet op de top van de penis uitkomt, maar aan de onderkant. Vaak zijn ook de huid en het onderliggende weefsel aangedaan. Hypospadie kent verschillende vormen, omdat de opening van de plasbuis ergens in de schacht van de penis of zelfs in het scrotum kan uitkomen (zie de figuur).
De verschillende vormen van hypospadie.
(Figuur is aangepast uithet artikel Aetiology of hypospadias: A systematic review of genes and environment. van der Zanden LFM, van Rooij IALM, Feitz WFJ, Franke B, Knoers NVAM, Roeleveld N. Hum Reprod Update 2012;18:260-283.)
De meeste kinderen met hypospadie worden geopereerd wanneer ze één tot twee jaar oud zijn. Helaas ontstaan er bij een deel van de kinderen problemen, soms direct na de operatie, maar soms ook nog jaren later. Problemen die kunnen ontstaan, zijn bijvoorbeeld het openvallen van de wond (dehiscentie), een versmalling van de plasbuis (stenose) waardoor plassen moeilijk is of een gaatje in de plasbuis op de verkeerde plek (fistel).
Omdat het meestal niet duidelijk is waarom de ene jongen wel problemen krijgt en de andere niet, hebben we binnen AGORA onderzoek gedaan naar factoren die invloed kunnen hebben op het ontstaan van deze problemen. We hebben daarbij gekeken naar de gezondheid van het kind, maar ook naar genetische factoren en de omstandigheden van het kind en zijn moeder tijdens de zwangerschap. De studies zijn beschreven in wetenschappelijke artikelen. Hieronder vindt u een korte beschrijving van deze artikelen. Door op de titel van het artikel te klikken komt u bij een Engelstalige samenvatting. Soms is ook het volledige artikel te lezen. Als dit niet zo is, maar u wilt het artikel wel graag lezen, dan kunt u via het contactformulier het volledige artikel bij ons opvragen.
Dokter EMJ, van der Zanden LFM, Laumer SJM, Vart P, Kortmann BBM, de Gier RPE, Feitz WFJ, Roeleveld N, van Rooij IALM. J Pediatr Surg 2020;55:2209-15.
De beschrijving van dit artikel volgt nog.
Dokter EM, Goosen EE, van der Zanden LFM, Kortmann BB, de Gier RPE, Roeleveld N, Feitz WFJ, van Rooij IALM. J Pediatr Surg 2019;54:1825-31.
Voor de hierboven beschreven studies hebben we ouders van hypospadie patiënten vragenlijsten gestuurd waarin we hen vroegen of hun zoon last heeft gehad van problemen (complicaties) na de hypospadie operatie. We hebben ook naar informatie over complicaties gezocht in de medische dossiers van deze jongens. In de studie beschreven in dit artikel hebben we gekeken of de resultaten uit de vragenlijsten en de dossiers met elkaar overeen komen. Dus of de complicaties die ouders rapporteren ook in de medische dossiers staan en andersom. Dit bleek lang niet altijd het geval. De vragenlijsten en dossiers kwamen minder goed overeen als de operatie langer geleden was, of als de complicatie minder ernstig was.
Dokter EM, Slikboer KM, van der Zanden LFM, Rahamat-Langendoen JC, Henriet SS, Feitz WFJ, Kortmann BB, Roeleveld N, van Rooij IALM. Pediatr Infect Dis J 2019;38:104-09.
Als jongens in de weken voor een hypospadie operatie een ernstige verkoudheid of andere ziekte hebben, wordt de operatie uitgesteld. Maar als het een milde ziekte was, gaat de operatie wel door. In deze studie hebben we gekeken of zo’n milde ziekte voor de hypospadie operatie invloed heeft op het risico op problemen in het eerste jaar na de operatie. We zagen dat jongens met een milde ziekte voor de operatie minder vaak problemen hebben in het eerste jaar na de operatie. Er is dus geen reden om de operatie uit te stellen als een jongen een milde verkoudheid heeft voorafgaand aan de operatie.
Complications after hypospadias correction: prognostic factors and impact on final clinical outcome.
Dokter EMJ, Mouës CM, van Rooij IALM, van der Biezen JJ. Eur J Pediatr Surg 2018;28:200-206.
In deze studie hebben we bekeken welke factoren invloed hebben op het ontstaan van problemen na een hypospadie operatie. We zagen dat jongens die een lage vorm van hypospadie hebben meer kans hebben op problemen na de operatie. Hetzelfde geldt voor jongens die meerdere operaties hebben ondergaan en jongens die voor 2005 een operatie hebben ondergaan.
Patient Satisfaction with Surgical Outcome after Hypospadias Correction.
Dokter EMJ, Mouës CM, van Rooij IALM, van der Biezen JJ. Eur Urol Suppl 2017;16:16-22.
De beschrijving van dit artikel volgt nog.
